Dirk Karten was op een repetitieavond van Arthur and Friends om te luisteren en een interview af te nemen. Hieronder zijn verslag dat op 10 september 2020 is gepubliceerd in het Zaans Stadsblad

'Neem nooit een draai­lier in je gezelschap’


WESTZAAN – “Neem nooit een draai­lier in je gezel­schap. Stem­men, altijd maar dat stem­men!”, lacht Arthur Nieu­wen­huis met milde spot naar Gitta Mar­garoli. Die doet haar best het mid­del­eeuwse muziek­in­stru­ment snel op orde te bren­gen. Ho! De lezer die bij woor­den als draai­lier en mid­del­eeuws nu afhaakt, gaat wat mis­sen! Want de Zaan­streek heeft er met Arthur and Friends echt een zeer bij­zon­der muziek­ge­zel­schap bij. Dat treedt zater­dag 19 sep­tem­ber voor het eerst in de schijn­wer­pers met hun pre­mi­è­re­con­cert in de Zui­der­ver­ma­ning in Westzaan. 


Heel soms ont­moe­ten gelijk­ge­stemde muzi­kan­ten elkaar en ont­staat er zo’n bij­zon­dere che­mie waar­door je als toe­hoor­der tot in je kern wordt geraakt als ze gaan spe­len. Dat ervaar je als Gitta Mar­garoli (draai­lier, nyc­kel­harpa, gitaar en zang), Jochem Belt­man (viool en duim­pi­ano), Marco Baartse (uil­le­ann pipes, bou­zouki, gitaar, tin whistle en zang), Nico Belt­man (tin whistle/low whistle, viool, gitaar, doe­del­zak en zang) en Arthur Nieu­wen­huis (bodhrán en cajon) muziek maken. De band is ont­staan uit de vrien­den­club van Arthur, de nes­tor en per­cus­si­o­nist van de groep.


New Roads
Onder de titel ‘New Roads’ pre­sen­te­ren de ras-muzi­kan­ten een akoes­ti­sche avond met Kel­ti­sche muziek ‘en meer’. Want het zijn niet alleen dui­vels knap gespeelde jigs en reels die je in ver­voe­ring bren­gen, min­stens zo mooi zijn de gezon­gen folk­num­mers. Zoals From Clare to here, geschre­ven door Ralph McTell, de man die bekend werd door het num­mer Streets of Lon­don (1969).


‘Fluitje van een cent’

Het vijf­tal maakt niet alleen bij­zon­dere muziek, ze spe­len op instru­men­ten die zo apart zijn dat ze spe­ci­aal voor hen zijn gemaakt. “Valt bij mij wel mee hoor. Ik speel op ‘een fluitje van een cent”, grapt Nico als hij ver­wijst naar zijn tin whistle. “Onmis­baar bij Kel­ti­sche muziek”, zegt Arthur die zijn band­lid een muzi­kale dui­zend­poot noemt. “Want hij zingt ook niet onverdienstelijk.”

Gitta moet voor het goed leren bespe­len van de nyc­kel­harpa (een snaar­in­stru­ment uit Zwe­den dat ook wel sleu­tel­vi­ool wordt genoemd) les nemen op het Con­ser­va­to­rium in Bel­gië. “Want hier in Neder­land is er nie­mand”, zegt ze.


Ierse doe­del­zak

Marco toont zijn uil­le­ann pipes, de Ierse vari­ant van een doe­del­zak. Alhoe­wel, het lijkt op een doe­del­zak, de pij­pen lij­ken meer op kla­ri­net­ten. En de lucht wordt erin gebla­zen door een balg die Marco aan zijn arm gespt en ermee bedient. 

“Ieder­een in de groep zet met zijn instru­ment een eigen muzi­kale hand­te­ke­ning. Je leert vooral door te luis­te­ren hoe ande­ren spe­len”, licht hij toe. “Je speelt dan wel het­zelfde num­mer, maar ieder doet het toch weer anders. Folk is daar­bij een beetje te ver­ge­lij­ken met de vari­ë­teit die je in de blues tegenkomt.”

Naast als auto­di­dact je talent uit­bou­wen zijn er wel plaat­sen waar je les kunt krij­gen. Maar vaak niet in de eigen regio. “Zo kun je in Zeist les krij­gen bij de stich­ting Draai­lier en Doedelzak.”

 
Talen­ten
Het talent van dit bij­zon­dere muziek­ge­zel­schap komt uit alle wind­stre­ken. Marco mag dan gewoon in Krom­me­nie wonen, Jochem woont nu van­wege stu­die in Breda, Gitta en Nico in Almere en Arthur in Kwa­dijk. Vraag niet hoe het gezel­schap elkaar heeft gevon­den. “Hoe komt een mens aan lui­zen?”, lacht Nico. “We zaten te wach­ten op Marco. De ‘jonge hond’ had­den we nodig om ons com­pleet te maken.” De repe­ti­ties vin­den ook plaats bij Marco. En hoe!


Snel­ler, steeds sneller…

Net als bij gewone muziek­bands, speelt de drum­mer een essen­ti­ële rol. Bij het inzet­ten is dat gelijk te zien aan Arthur. Hij zet in op zijn bodhrán (uit­ge­spro­ken als bauw­ron). Dit is de Ierse lijst­trom­mel die bespeeld wordt met een soort trom­mel­stok met één of twee sla­gein­den. De ogen van de band­le­den vin­den elkaar en het opzwe­pende, bekende Ierse ritme vult de woon­ka­mer. Dan laat Jochem op zijn viool horen wat jigs en reels zijn. Snel­ler, steeds snel­ler gaat het. 


Jigs en reels

“Als je zweet­drup­pels op zijn voor­hoofd ziet ver­schij­nen, hoor je de jigs en reels”, legt Arthur uit. De rij­tjes­wo­ning vult zich met indruk­wek­kend samen­spel. Kou­sen­voe­ten tap­pen geza­men­lijk mee in het mee­sle­pende ritme. De muzi­kale Ierse his­to­rie her­leeft. Opval­lend is hoe de mid­del­eeuwse muziek­in­stru­men­ten de moderne mens als toe­schou­wer in ver­voe­ring kun­nen brengen.

 
De moei­lijke weg?
“We zoe­ken graag muzi­kaal nieuwe wegen op, net zoals de naam New Roads van ons pro­gramma. Mis­schien wel een moei­lijke weg omdat men­sen deze muziek­in­stru­men­ten niet ken­nen. (Of een ver­keerde asso­ci­a­tie ermee heb­ben-red.) En omdat we nieuwe wegen moesten vin­den, om te begin­nen door de corona. Maar we wil­len Arthur and Friends in Neder­land op de kaart zet­ten”, zegt Gitta.

 
Pro­gramma
Die reis begint in de Zui­der­ver­ma­ning in West­zaan. Het con­cert krijgt een zeer bij­zon­dere sfeer door kaars­licht. Het reper­toire is vooral Kel­tisch. Maar de band mengt dit met muziek uit andere lan­den zoals Zwe­den, Frank­rijk en Enge­land. Zelfs enkele parel­tjes aan muziek uit de Lage Lan­den komen voorbij.